zaterdag 31 december 2016

Stromingsboekopdracht 2b De komst van Joachim Stiller

Algemene informatie
  1. Hubert Lampo, de komst van Joachim Stiller
  2. Eerste druk 1960, 43e druk 2010
  3. Pagina’s: 218
  4. Genre: Psychologische roman

Samenvatting
Schrijver en journalist Freek Groenevelt ziet op een dag vier wegwerkers de straat openbreken om deze daarna weer dicht te maken, onverstoorbaar als engelen. Freek besluit om hierover een stukje in de krant te schrijven. Keldermans, de wethouder van openbare werken reageert op het artikel met een brief waarin het voorval wordt ontkend. Een dag later ontvangt Freek een brief uit 1919, waarin de gebeurtenissen over de wegwerkers voorspeld worden. De redactie van het literaire tijdschrift, waarin een lasterlijk stuk over Freek staat, ontvangt ook een brief, van Joachim Stiller. Hierin staat dat Freek een belangrijke opdracht heeft en dat hij niet belasterd mag worden.
In een tweedehands-boekenwinkel ziet Freek een zestiende-eeuws boek over het einde der tijden, geschreven door Joachim Stiller. Simone Marijnissen, een vriendin van Freek, heeft inmiddels een telefoontje van Joachim Stiller gekregen: zij mag Freek niet laten gaan. Zij gehoorzaamt door haar verloving te verbreken. Freek en Simone worden verliefd op elkaar, alsof het door hogerhand bepaald is. Stiller belt Freek op om hem moed in te spreken. Na een aantal dagen vol vreemde gebeurtenissen herinnert Freek zich een Amerikaanse militair die aan het eind van de oorlog door een explosie om het leven is gekomen: majoor Joachim Stiller.
Freek en Keldermans krijgen beiden een brief van Stiller waarin staat dat hij hen op het stationsplein wil ontmoeten. Maar voordat ze Stiller kunnen spreken, wordt hij door een lergertruck overreden. Stiller wordt overgebracht naar het mortuarium. Wanneer Freek drie dagen later een bezoek brengt aan het mortuarium, blijkt het lijk verdwenen te zijn.

Kenmerken stroming
De stroming van het boek is moderne Vlaamse literatuur en zijn werk wordt gerekend tot het magisch-realisme. De kenmerken van het magisch-realisme zijn vooral verhalen die geheimzinnig zijn en een vervreemd karakter hebben. In het magisch-realisme spelen de psychologische opvattingen van Carl Jung een grote rol. Volgens Jung denkt het collectieve on(der)bewuste in archetypen: oerbeelden. Welke oerbeelden dat zijn, is afhankelijk van de cultuur. In de Westerse cultuur komen we onder andere de volgende archetypen tegen: Orpheus (de liefde is sterker dan de dood), Atlantis (een nieuwe wereld moet ontdekt worden), Parcival (een held is op zoek naar het paradijs), Anima (de ideale vrouw) en de Messias (een verlosser zal ons redden).

Verwerkingsvragen
De opvatting van Carl Jung komen duidelijk in het boek naar voren. De liefde van Freek voor Simone zorgt ervoor dat hij niet krankzinnig wordt en hij vindt daar ook zijn rust in. Dit werkt ook tegenovergesteld. Atlantis zie je ook in het verhaal terug. In het verhaal wordt het einde voorspeld door mensen op straat en dat is dan het einde van die wereld. Er moet dus een nieuwe wereld worden ontdekt. Anima zou je kunnen vergelijken met Simone, omdat een hogere macht lijkt te bevelen dat Freek met haar moet trouwen. Freek vindt haar ook elke dag perfect en blijft van haar, vanaf dag 1 dat ze bij elkaar zijn, houden. Freek vindt haar ook de ideale vrouw en kan bij haar rustig worden. De Messias speelt ook een grote rol in dit verhaal en die rol zou je kunnen toeschrijven aan Joachim Stiller. Hij was na 3 dagen verdwenen uit het mortuarium, zoals Jezus dat ook deed uit zijn graf. Jezus wordt ook gezien als de Messias.

Dit verhaal is een exponent van het magisch-realisme, omdat Lampo duidelijk de opvattingen van Carl Jung gebruikt in zijn verhaal. Het verhaal is ook geheimzinnig gemaakt door de berichten van Joachim Stiller en het geheim houden van zijn personage tot het einde van het verhaal.

Bronnen

vrijdag 16 december 2016

Recensie Harry Mulisch, De ontdekking van de hemel

1. Algemene informatie

2. De opdracht
Inleiding
Ik heb het boek gelezen ‘de ontdekking van de hemel’ van Harry Mulisch. Harry Mulisch is misschien wel de bekendste schrijver van Nederland. Iedereen kent het opvallende portret van zijn zilvergrijze haardos, welgeproportioneerde neus en twinkelende oogjes; Mulisch is altijd op zoek naar een verhaal. Samen met Gerard Reve en W.F. Hermans behoorde Mulisch tot de generatie ‘naoorlogse schrijvers’. Harry Victor Mulisch werd in 1927 in Haarlem geboren. Tijdens de oorlogsjaren ging hij bij de huishoudster Frieda Falk wonen en begon daar met schrijven. Doordat Mulisch’ moeder Joods was en zijn vader een collaborateur, bevond hij zich in een bijzondere positie. ‘Ik bèn de Tweede Wereldoorlog,’ is in dit verband een bekende uitspraak van hem. De holocaust en het oorlogsgeweld spelen dan ook een prominente rol in zijn boeken.

Het boek heeft de NS Publieksprijs 2002 en de AKO literatuurprijs 1993 gewonnen. Het boek is ook verfilmd als de Engelse film: The discovery of heaven (2001). De boodschap van het boek kan zijn dat de mens het verbond met de hemel heeft gebroken door zich over te geven aan de techniek en daarmee een verbond heeft gesloten met de duivel.

Mijn verwachtingen zijn groot voor het boek, omdat het boek verfilmd is en verschillende prijzen heeft gewonnen. Ik heb ook grote verwachtingen van het boek, omdat het Meneer Kroons favoriete roman is. Ik heb wel de verwachting dat het boek soms langdradig kan zijn door de grote omvang van het boek en de vele pagina’s.

Kern
Ik weet niet zo goed wat ik van het boek moet vinden. Wat ik wat minder vond aan het boek waren namelijk de langdradige gesprekken tussen Onno en Max. Aan het begin kon ik het nog waarderen, maar naderhand kwam het zo vaak voor dat ik soms met tegenzin die gesprekken las. Ik vond het ook jammer dat een van mijn lievelingspersonages zo snel kwam te overlijden in het boek, namelijk Max. De conflicten die Max had in zijn leven vond ik het verhaal versterken en vond het dan ook jammer dat hij snel om het leven kwam door een meteoriet.

Wat ik wel goed vond aan het boek was de boodschap die het boek over wilde brengen. Het was duidelijk zichtbaar in het boek en, zelfs door mij, snel te begrijpen. Het einde van het boek vond ik geweldig beschreven met verbintenissen die Quinten en Onno konden leggen met het geloof en dat vond ik ook erg interessant. Ook vond ik de droom van Quinten ook zeer mooi beschreven.

Conclusie
Uiteindelijk zal ik het boek toch aan iedereen aan kunnen raden. Behalve dan aan de mensen die niet van langdradige verhalen houden en ook niet aan mensen die zo’n dikke pil liever niet in hun tas willen meenemen naar huis. Ik had er geen spijt van om het boek te lezen en ik denk dat niemand dat ook heeft. De langdradige gesprekken tussen Onno en Max kunnen je misschien vervelen, maar daar moet je je doorheen zetten om toch gewoon een prachtige roman te lezen. Dus lees het boek ook al twijfel je erover.

Bronnen

zondag 13 november 2016

Opdracht 2 Stromingsboek Klas 6

Opdracht stromingsboek Bint
Standaardtitelbeschrijving
Titel: Bint
Auteur: Ferdinand Bordewijk
Pagina’s: 77 bladzijdes
Uitgever: Nijgh & van Ditmar
Jaar van uitgave: 1934
Genre: Tuchtroman

Samenvatting
De Bree is een leraar Nederlands, die vanaf november les gaat geven op de school van Bint. Hij werkt thuis aan een studie over Anna Maria van Schuurman, en gaat naar de school voor afleiding en om meer met de werkelijkheid in contact te komen.
De favoriete klas van Bint, 4D, had namelijk de vorige leraar Nederlands, Van Fleer, weggepest. Er heerst een streng regime of de school van Bint, orde en tucht zijn belangrijk.
De Bree krijgt vier klassen die hij ziet als wezens. Hij noemt ze “de grauwe”, “de bruine”, “de bloemenklas” en “de hel”.
Aan klas 4D, “de hel” verklaart De Bree direct de oorlog, om zo problemen te voorkomen. Met andere klassen heeft hij die niet. Zijn tactiek werkt inderdaad, want met de korte bevelen die hij geeft werkt de klas het beste. Tegen de kerstvakantie kwam de klas via woordvoerder Steijd vragen of hij vrede wilde, maar zijn antwoord was nee.
Als de rapportvergadering plaatsvindt hebben de leraren het over Van Beek. De jongen verdient een onvoldoende, omdat hij niet genoeg presteert, maar hij had gedreigd dat als hij een slecht cijfer zou halen, hij zichzelf van kant zou maken. De leraren zijn niet onder de indruk en geven hem het slechte cijfer, waardoor Van Beek radeloos in de gracht springt en in een gasthuis aan pneumonie overlijdt. Bint voorspelt de leraren na de vakantie moeilijkheden omtrent Van Beek.
Na de kerstvakantie breekt er inderdaad een opstand uit onder de leerlingen, aangezet door Jérôme Fléau en m.b.v. de conciërge. De opzet wordt neergeslagen door “de hel”. Dit had Bint namelijk met “de hel” afgesproken. De conciërge wordt ontslagen, Fléau van school verwijderd en “de hel” wordt beloond.
Tijdens het jaarlijkse reisje dat met Pasen gemaakt wordt, is “de hel” verdeeld over Remigius en Nox. Het toeval zorgt er echter voor dat Remigius vervroegd vader wordt en dat De Bree mee gaat met een helft van “de hel”. Ze gaan via Bergen op zoom naar België en dan door naar Noord-Frankrijk. Tijdens de reis wordt Te Wigchel ziek, hij hoest de longen a.h.w. uit zijn lijf, en twee leerlingen Heiligenleven en Punselie verdwijnen een dag spoorloos. Ze hebben de originele route gefietst, die gepland stond, maar waar vanwege de hoest van Te Wigchel van afgeweken was.
Er waren examens op school voor de 5e klassen. Tijdens de examenuitreiking wankelt Bint even (De Bree zag het opeens. Bint stond doodstil, hij schommelde even naar voren, naar achteren. Hij was een blad, overgevoelig voor de zwakke luchtstroom, die de mens ontgaat. Een stalen wil, maar geen stalen lijf. Pag. 66).
De Bree weigert in eerste instantie een herbenoeming, omdat het de bedoeling was geweest om slechts dit schooljaar vol te maken. Later denkt hij nog eens terug over het afgelopen jaar en bedenkt zich dan. Hij stuurt een briefje naar Bint waarin hij meldt nog een jaar op zijn school vol te maken. Bij het begin van het nieuwe jaar is Bint verdwenen en staat Donkers op zijn plaats als directeur. Bints’ vertrek had te maken met de dood van Van Beek. Of de spanningen hem te veel zijn geworden, of de druk van een of andere arbeidsinspectie wordt niet geheel duidelijk.
“De hel”, de voormalige 4D is nu 5C geworden. Door te zien wat voor een volwassen kerels (met uitzondering van Schattenkeinder, een lomp maar volwassen meisje) het waren geworden, doet De Bree zo goed dat hij met Bints’ systeem wil blijven werken.
De Bree probeert tot twee maal toe Bint te spreken te krijgen, maar slaagt hier niet in. Dan wordt hem duidelijk dat Bint wil dat de school door moet gaan zoals het voorgaande jaren ging met zijn ziel in de school, en De Bree gaat met nog meer wilskracht dan anders al vroeg op weg naar school.

Kenmerken ‘Nieuwe Zakelijkheid’
  • Strakke vormgeving
  • Zakelijke weergave van feiten en handelingen
  • Weglating van veel omschrijvende formuleringen (o.m. bijvoegelijke naamwoorden) die voor sfeertekening gebruikt worden.
  • Wat de inhoud betreft bestaat een voorkeur voor moderne, technische, commerciële, politieke of sociale stof.
  • De stijl wordt gekenmerkt door korte zinsbouw, filmische overgangen, een strak prozaritme en wisselende, direct naast elkaar geplaatste beelden. Men spreekt in dit verband van een reportagestijl.

Toelichting
Het boek bevat een zakelijke weergave van feiten en handelingen. Dit komt naar voren als er wordt uitgelegd dat de manier van lesgeven strikt is en er tucht heerst. Dit zijn de zakelijke handelingen die in de school worden uitgevoerd.

Bordewijk laat in zijn boek ook veel omschrijvende formuleringen weg waardoor er weinig sfeertekening is. Hij legt bijvoorbeeld weinig gevoelens uit van De Bree over de dood van Van Beek. Ook de omschrijvingen die De Bree maakt over de leerlingen als hij voor het eerst in de klas komt, zijn kort en bondig. Bijvoorbeeld als hij over het meisje in “de hel” praat. Hij beschrijft haar met flarden als boeken en gaat daarna kort door over de andere leerlingen.

Tevens bevat het boek inhoud over moderne, technische, commerciële, politieke en sociale stof. Moderne stof, omdat het verhaal zich plaatsvond in de tijd van toen. Commerciële stof, omdat het verhaal zich afspeelt in de tijd van de economische crisis in Nederland. Dit zie je bijvoorbeeld terug in het meisje dat hij eerder beschreef in “de hel” en dat de conciërge moest bedelen voor geld, omdat niemand hem hielp. Politieke stof, omdat De Bree de kinderen opvoedt tot voorbeelden van de maatschappij. Hij voedt ze op met tucht en striktheid en dat past bij de gedachtegoed van het nationaal-socialisme wat in die tijd ook opkwam in Nederland. Sociale stof, omdat het boek draait om hoe De Bree met de kinderen in zijn klas omgaat en de tucht die er heerst. Zijn lesmethode is erg omstreden.

De schrijfstijl van Bordewijk bestaat ook uit korte zinnen. De zinnen zijn kort en bondig. Ze worden niet gekenmerkt door eindeloze komma’s die de zin maar laten doorgaan, totdat je eigenlijk niet meer weet waar die ook alweer begon.

Exponent van Nieuwe Zakelijkheid
Het boek ‘Bint’ van Bordewijk is een exponent van de literaire stroming: ‘Nieuwe Zakelijkheid’, omdat het bijna alle kenmerken bevat van die stroming. Ook zijn die kenmerken makkelijk te herkennen in het boek. Het boek zou je dus kunnen zien als een duidelijk voorbeeld voor deze literaire stroming.

zondag 25 september 2016

Opdracht Stromingsboek Klas 6

Opdracht stromingsboek Lijmen/Het been
Standaardtitelbeschrijving
Titel: Lijmen/Het been
Auteur: Willem Elsschot
Pagina’s: 239
Uitgever: Em. Querido
Jaar van uitgave: 1924
Genre: Roman

Samenvatting
In het boek Lijmen zit de ik-persoon in een café en ontmoet daar Laarmans. Hij nodigt de ik-persoon thuis uit en vertelt hoe hij veranderd is sinds hij Boorman heeft leren kennen. Hij bood Laarmans een baan aan als secretaris voor het Algemeen Wereldtijdschrift.Hij gaat in het kantoor werken, maar als hij daar een blunder begaat, moet hij meegaan om het ‘lijmen’ te leren. Na een mislukte lijmpoging komen Boorman en Laarmans bij de firma Lauwereyssen, waar keukenliften worden gemaakt. Mevrouw Lauwereyssen vertelt hen over de firma en over haar been, waar ze veel last van heeft. De volgende dag worden er foto’s gemaakt en bestelt mevrouw 100.000 exemplaren van het tijdschrift. Eigenlijk willen ze daarna minder exemplaren, maar dat kan volgens Boorman niet meer. Dan weigeren ze om de zending aan te nemen, maar het lukt Laarmans om de tijdschriften toch kwijt te raken en voortaan zal hij het geld komen incasseren. De laatste termijn mag Laarmans zelf houden, maar hij wil deze aan de firma schenken. Mevrouw Lauwereyssen wil daar echter niets van weten. Boorman kan met een gerust hart afscheid nemen en begint een zaak in hoestpillen. Laarmans heeft al tien jaar de leiding over het tijdschrift en vraag de ik-figuur of hij secretaris wil worden, maar dat vindt de man niets en hij rent weg.

In het Been komen Laarmans en de ik-figuur elkaar weer tegen. Laarmans nodigt de man uit in zijn huis om te vertellen wat er de laatste tijd met hem gebeurd is. Hij vertelt dat Boorman’s vrouw was overleden en dat Boorman op bezoek was bij Laarmans. Ze liepen samen over de markt en Boorman liep een vrouw omver, namelijk mevrouw Lauwereyssen. Boorman voelt zich schuldig als hij ziet dat zij een houten been heeft. Hij denkt dat hij daar schuldig aan is en weet niet wat hij kan doen. Samen met Laarmans gaat hij naar diens neef Jan, die pastoor is en hij vertelt het verhaal, maar zonder namen te noemen. Jan raadt hem aan het geld terug te geven. Mevrouw Lauwereyssen krijgt dan nu het verschil terug, maar dat wil ze helemaal niet. Boorman sleept haar dan voor de rechter om het geld te betalen, maar de zaak wordt door de rechter geschrapt. Boorman heeft dan nog steeds het geld. Als hij hoort dat de firma verkocht gaat worden, wil hij het oud papier, nog 90.000 tijdschriften, opkopen. Hij wordt echter van de veiling verwijderd, omdat hij zo’n hoog bod doet. Hij belandt in een inrichting, maar Jan Laarmans ziet kans hem daaruit te krijgen. Als Jan het hele verhaal hoort, vertelt hij dat hij mevrouw Lauwereyssen kent en zorgt hij ervoor dat het geld toch bij haar terechtkomt. Door deze gebeurtenissen wil Laarmans stoppen met het tijdschrift. Hij laat het weer aan Boorman over en krijgt zelf een baan in de scheepsbouw, waarvoor hij met iemand moest trouwen.

Kenmerken ‘Nieuwe Zakelijkheid’
  • Strakke vormgeving
  • Zakelijke weergave van feiten en handelingen
  • Weglating van veel omschrijvende formuleringen (o.m. bijvoegelijke naamwoorden) die voor sfeertekening gebruikt worden.
  • Wat de inhoud betreft bestaat een voorkeur voor moderne, technische, commerciële, politieke of sociale stof.
  • De stijl wordt gekenmerkt door korte zinsbouw, filmische overgangen, een strak prozaritme en wisselende, direct naast elkaar geplaatste beelden. Men spreekt in dit verband van een reportagestijl.

Toelichting
Het boek bevat een zakelijke weergave van feiten en handelingen. In het boek wordt er vaak gesproken over ministeries. Bijvoorbeeld het Ministerie van Nijverheid. Ook wordt er gesproken over handelingen in de fabriek van Lauwereyssen. Bijvoorbeeld dat ze praten over welk gereedschap ze moeten gebruiken. Dit is een zakelijke weergave van feiten en handelingen.

Elsschot schrijft ook zonder sfeertekening. Bijvoorbeeld dat Boorman praat over de dood van zijn vrouw. Hij bindt er geen doekjes om dat ze dood is en vertelt gewoon dat ze is te komen overlijden. Ook wordt er over de fabriek van Lauwereyssen weinig details gegeven. Er wordt alleen duidelijk gemaakt dat het een fabriek. En niet over wat voor indruk het maakte op de hoofdpersonen.

Tevens bevat het boek inhoud over moderne, technische, commerciële, politieke en sociale stof. Moderne stof, omdat het verhaal zich plaatsvond in de tijd van toen. Technische stof, omdat er wordt gesproken over bepaalde gereedschappen in de fabriek van Lauwereyssen. Commerciële stof, omdat het gaat over de economie van toen en hoe Boorman zijn brood verdient. Politieke stof, omdat het gaat over ministeries die Boorman erbij haalt om mensen te ‘lijmen’ voor zijn Wereldtijdschrift. Zo komt hij dan overtuigender over. Bijvoorbeeld het Ministerie van Nijverheid die hij gebruikt om Mevrouw Lauwereyssen te lijmen. Ook omdat het over het rechtssysteem gaat van die tijd. De rechter kon niet mevrouw Lauwereyssen dwingen om het geld van Boorman aan te nemen. En als laatste sociale stof, omdat het boek draait om hoe Boorman omgaat met mensen en hoe hij er eigenlijk kapot aan kan gaan. Iedereen weet dat je zo niet met mensen om kan gaan.

De schrijfstijl van Elsschot bestaat ook uit korte zinnen. De zinnen worden niet gekenmerkt door eindeloze komma’s die de zin maar laten doorgaan, totdat je eigenlijk niet meer weet waar die ook alweer begon.

Exponent van Nieuwe Zakelijkheid

Het boek ‘Lijmen/Het been’ is een exponent van de literaire stroming: ‘Nieuwe Zakelijkheid’, omdat het bijna alle kenmerken bevat van die stroming. Ook zijn die kenmerken makkelijk te herkennen in het boek en hoef je er niet naar op zoek, want de kenmerken beginnen al vanaf het eerste hoofdstuk. Het boek zou je dus kunnen zien als een duidelijk voorbeeld voor deze literaire stroming.


maandag 6 juni 2016

Leesverslag algemeen Klas 5

Algemene informatie
Willem Elsschot, Kaas
Amsterdam, 1933
148 pagina’s
Genre: novelle, satire

Samenvatting
Het boek begint met een inleiding, waarin Elsschot uitvoerig ingaat op de manier waarop een verhaal opgebouwd moet zijn, om spanning te verkrijgen. Hij sluit deze inleiding af met de tekst: ‘In de kunst mag niet geprobeerd worden’.
In het eerste hoofdstuk leert de lezer Frans Laarmans kennen. Hij komt dronken thuis en ontvangt het bericht dat zijn moeder overleden is. Op haar begrafenis ontmoet hij een vriend van zijn broer, mijnheer Van Schoonbeke. Deze nodigt hem uit om een kaasimportfirma op te richten, waar hij dan als alleen-vertegenwoordiger kan functioneren. Hij meldt zich voor vier maanden ziek bij zijn kantoor door zijn broer een doktersverklaring te laten maken.
Hij heeft echter veel moeite met de nieuwe kringen waarin hij zich begeeft. Ook heeft hij geen idee wat zakendoen inhoudt. Hij stelt een aantal agenten aan om de verkoop te doen. Tijdens het opstarten van de firma is hij met de meest onbelangrijke dingen bezig, zoals het zoeken naar een bureau en een tweedehands typemachine. Dit terwijl de kaas in grote hoeveelheden aangevoerd wordt. Alles wordt tot in detail verzorgd, maar de bestellingen blijven uit. Wel wordt hij tot vice-voorzitter van de Association Professionelle des Négociants en Fromage benoemd. Hij blijkt zeer succesvol in deze functie, maar wil liever kaas verkopen. Boorman adviseert hem op het gebied van zakendoen. Laarmans schijnt echter iets tegen kaas te hebben, hij zich er niet toe verzetten, een kaaswinkel te betreden. Afgezien van een paar kazen die hij tegen inkoopprijs aan kennissen kwijtraakt, verkoopt hij niets. Zijn zoon Jan is wel in staat een kist met kaas te verkopen. Aan het eind van het verhaal ligt er nog twintigduizend kilo kaas in de opslagruimte en keert hij terug naar zijn kantoorbaan.

Verwachtingen
Natuurlijk had ik verwacht, na het lezen van de titel van het boek, dat het boek over kaas zou gaan. Ik had ook verwacht dat het boek met ‘oudere’ woorden was geschreven, omdat boek was uitgegeven in 1933. Mijn andere verwachting was dat het een niet al te moeilijk boek was. Kroon had voorgesteld om dit te boek te lezen als je weinig tijd had. Ik had weinig tijd en daarom had ik dit boek uitgekozen.

Motieven en thema
Het belangrijkste motief van het boek is duidelijk ‘kaas’. Kaas komt elke keer terug in het boek en het verhaal draait daar ook om.
Het thema van het boek is: Het instorten van de droom van Laarmans. Hij droomde om succesvol te worden in het verkopen van kaas, maar die droom kwam al snel tot instorten. Hij heeft in het einde van het verhaal nog veel kaas over in zijn opslagruimte.


Beoordeling
De schrijfstijl van Elsschot is eenvoudig en hij gebruikt vaak korte zinnen. Hij verwoord geen zaken veel mooier dan dat ze zijn. Daarom is hij ook sober met schrijven.
·         Ruimte: Het verhaal speelt zich af in Nederland, België en Luxemburg
·         Vertelperspectief: Ik-perspectief. De hoofdpersoon vertelt altijd in de ik-persoon. De lezer weet ook niet meer dan de ik-persoon.

Eindoordeel
mijn verwachting van het boek zijn allemaal uitgekomen. Het boek was vooral gefocust op kaas en het boek was makkelijk uit te lezen. Ook was het taalgebruik ‘oubollig’. Ik zou het boek kunnen aanraden aan mensen, die net zoals ik, in tijdnood zitten en een boek moeten lezen in een korte periode. Ook als je veel tijd hebt, zou ik het boek niet afraden. Het is een zeer interessant boek en heeft ook nog wel wat humor tussendoor.

Bronnen
  • http://www.verdec.com/hulpje/boekvers/kaas.htm
  • http://www.lezenvoordelijst.nl/zoek-een-boek/nederlands-15-tm-19-jaar/k/kaas/


zondag 22 mei 2016

Opdracht Max Havelaar

Max Havelaar
Mijn mening is dat het boek ‘Max Havelaar’ van Multatuli representatief is voor de Romantische literatuur. Dit zal ik aantonen door gebruik te maken van verschillende argumenten, maar eerst zal ik wat korte informatie over deze periode geven.

In de Romantiek kwam er een grotere aandacht voor gevoelens en het gevoel in het algemeen. Er kwam meer focus op het gevoel en werd groots geschreven. Een ander kenmerk van de Romantiek was dat er een (her) ontdekking kwam van de natuur. Natuur werd belangrijk in boeken en er werd heel lang over gesproken. Zelfs zo lang dat mensen het saai begonnen te vinden. Er was ook geen dichterlijke beperking in de Romantiek. Er kwam grote waardering voor fantasie en de verbeeldingskracht. Ook wilde de Romantiek ver van het Classicisme staan en verbrak daarom de regels die ze in die periode hadden opgesteld.

Het belangrijkste kenmerk van de Romantiek is toch wel het gevoel. Het gevoel speelt daarom ook een grote rol in het boek. Max Havelaar spreekt graag zijn gevoel uit over verscheidene zaken. Waar hij het liefst over praat is natuurlijk zijn werk. Dit is ook makkelijk in het boek terug te vinden, want het staat wel bijna in elk hoofdstuk dat hij veel liefde en enthousiasme heeft voor zijn werk. Daarnaast spreekt hij ook vaak over het gevoel dat hij krijgt als hij het bestuur ziet en hoe de bevolking daar leeft, namelijk: onrechtvaardig.

Een ander argument is dat het boek een boodschap bevat. Boeken die geschreven zijn in de Romantiek bevatten vaak een boodschap. De boodschap die dit boek wil overbrengen is natuurlijk dat de bevolking op Java onrechtvaardig wordt behandeld en wordt onderdrukt. Het boek breekt ook met de classicistische regels. Het boek is geschreven met een raamvertelling en met verschillende vertellers.

Natuur speelt ook een grote rol in dit boek. Max Havelaar spreekt graag elk moment over de natuur als hij de kans krijgt en spreekt daar dan ook lang over. Hij beschrijft het zo uitgebreid dat hij nog net niet elk zandkorreltje beschrijft.

Mensen zouden dit boek toch niet als een boek bestempelen die romantisch is. Het boek is namelijk ook realistisch geschreven. Het verhaal speelt zich niet af in een vreemd land, maar in een land wat iedereen in Nederland wel kent. Het verhaal is ook waarheidsgetrouw geschreven. Dit tezamen maakt het boek ook realistisch.

Ik zou het boek toch bestempelen als romantisch met dan een invloed van het Realisme. Het gevoel, de boodschap, het breken met de classicistische regels en de natuur spelen een grotere rol dan dat het realistische heeft in het boek. De Romantiek heeft dus meer de overhand dan het Realisme, daarom is het boek romantisch.


Ik zou het boek niet aan iedereen aanraden. Het boek is ook aardig dik. Mensen zien er daarom ook snel tegenop. Soms kan het verhaal ook langdradig worden, maar daar moet je je doorheen zetten en verder durven te lezen. Dit neemt niet weg dat ik het boek stom vindt, maar als iemand niet tegen oud taalgebruik kan, zou ik het niet aan hem/haar aanraden of zou ik aanraden de hertaalde versie te lezen.

maandag 9 mei 2016

Opdracht 'Reize door Aapenland' Klas 5

Ik ben van mening dat ‘Reize door Aapenland’ van J.A. Schatz representatief is voor de Verlichting. Deze stelling zal ik gaan beargumenteren en onderbouwen in de tekst hieronder.

De Verlichting (1700-1800) was een periode die zeer gefocust was op het menselijk verstand, ook wel de ratio genoemd. Mensen gingen in deze periode steeds meer zelf nadenken en gebruik maken van hun ratio. Ze waren ook van mening dat de ratio in staat was om alles op te lossen en te begrijpen. Men ging zelf van alles onderzoeken en proberen de wereld te begrijpen. De mensen gingen in die periode ook de politiek macht beoordelen en bekritiseren. Daardoor verloren kerk, adel en koningen veel macht. Ook kwam tijdens de Verlichting de Franse Revolutie op gang. Deze streefden voor vrijheid, gelijkheid en broederschap.

Ten eerste beschouw ik een ‘Reize door Aapenland’ als representatief voor de Verlichting, omdat het een imaginair reisverhaal is. Een imaginair reisverhaal is namelijk typerend voor de Verlichting. De hoofdpersoon vlucht naar een niet bestaand land en maakt daar allerlei onwerkelijke verhalen mee, waar hij het wel of niet mee eens is. Ook bevat een reisverhaal vaak een boodschap. Een ‘Reize door Aapenland’ is te zien als (politieke) satire. De schrijver, Gerrit Paape pseudoniem: J.A. Schasz, was patriot. Zijn verhaal zou zich tegen de prins gezinden kunnen keren of tegen de radicale patriotten of toch tegen de samenleving. De apengemeenschap kan namelijk de samenleving uit de 18de eeuw voorstellen.

In de tweede alinea was al beschreven hoe de Verlichting was en hoe ze gebruik maakten van de ratio. In het eerste hoofdstuk gebruikt de hoofdpersoon al zijn verstand (ratio) wanneer zijn vrouw, zijn paard, zijn hond en zijn dienstmeisje in het water liggen. Hij heeft geen idee en twijfelt wie hij moet redden, daarom bedenkt hij bij iedereen een voor- en een nadeel, als hij diegene redt. Daarom heet het eerste hoofdstuk 'door lang delibereren, alles verloren', de hoofdpersoon denkt en twijfelt zo lang dat hij iedereen verliest. Het rationeel denken komt later in het verhaal terug met de vraag of ze de staart van de aap wel of niet moeten afhakken.

In het eerste hoofdstuk bekritiseert hij toch de ratio, omdat de man in het verhaal zo lang nadenkt en redeneert dat hij al zijn dierbaren verliest in de rivier. De mens kan dus wel te lang over iets nadenken en redeneren. De schrijver bedoelt dus dat de mens niet over elke situatie lang moet nadenken en redeneren, maar ook moet handelen. Anders heeft de mens niks aan zijn/haar ratio. Ook al bekritiseert de schrijver het, het is nog steeds een belangrijk kenmerk van het verhaal.

De ideeën van de Franse Revolutie zijn ook terug te vinden in dit verhaal. De ideeën van de Franse Revolutie waren vrijheid, gelijkheid, broederschap (zoals al eerder beschreven). Deze ideeën zijn ook kenmerken van de Verlichting, omdat toen de Franse Revolutie opkwam. In het verhaal willen de personages vrijheid. Iedereen is genummerd en alleen de eerste paar getallen doen er toe en maken wat uit. Het verschil in staartlengte is ook iets wat gelijkheid tegengaat, daarom wil een bepaalde groep apen deze bij elke aap afhakken, zodat ze allemaal gelijken van elkaar zijn wat betreft staarten.

Kortom ‘Reize door Aapenland’ is representatief voor de Verlichting, omdat het ten eerste een imaginair reisverhaal is. Ten tweede het rationeel denken een grote rol speelt, ook al wordt het bekritiseert in het eerste hoofdstuk. Tenslotte, omdat belangrijke ideeën uit de Franse Revolutie een grote rol spelen.

zondag 31 januari 2016

Leesgroep opdracht Klas 5

Bezonken rood van Jeroen Brouwers
De reden dat we dit boek hebben uitgekozen is omdat meneer Philipsen dit boek had aangeraden in zijn klas. Daardoor waren onze verwachting dat het een moeilijk geschreven en moeilijk te begrijpen boek zou zijn. Deze verwachting zijn grotendeels uitgekomen, omdat Brouwers veel gebruik maakt van symboliek in zijn verhaal. Als je niet doorhebt waar die symboliek voor staat, zal je moeite hebben met het verhaal, wat wij soms hadden. Ook heeft Brouwers het moeilijker geschreven, omdat hij zich niet aan een chronologische volgorde houdt. Dit maakt het moeilijker om te lezen, omdat je constant eraan moet denken of de gebeurtenis eerder is gebeurd of later.

De titel ‘Bezonken rood’ verwijst letterlijk naar de avondzon in het kamp waar hij verbleef toen hij klein was. De titel kan ook figuurlijk wijzen naar het rood van alle bloederige doden die er zijn geweest in het kamp of naar de Japanse vlag.

De hoofdpersoon heet Jeroen Brouwers (dezelfde naam als de schrijver) en hij vertelt uit de ik-situatie. Hij is verschillende leeftijden in het boek: de leeftijd van het nu (middelbare leeftijd) en de leeftijd van in het kamp (5 jaar). Hij is zeer getraumatiseerd door het kamp en heeft daardoor angstaanvallen. Hij slikt daar pillen voor, maar die zorgen ervoor dat de hoofdpersoon niet goed kan nadenken. Omdat de hoofdpersoon zoveel leed heeft gezien tegen vrouwen in het kamp, denkt hij dat het normaal is om dat ook te doen met zijn toekomstige vrouwen. Twee vrouwen hebben veel invloed op de hoofdpersoon: zijn moeder en Liza. Zijn moeder overlijdt aan het begin van het boek. Hij is zelf niet bij de begrafenis, omdat z’n moeder hem alleen liet en op een internaat plaatste. Hij heeft daardoor haat tegen zijn moeder en ook tegen andere moeders. Liza komt alleen maar in flashbacks voor. Hij heeft haar jaren geleden ontmoet, is met haar naar bed geweest, maar hij heeft haar weer verlaten. Hij verlangt later in het verhaal nog steeds naar haar en hoopt dat zij weer terugkomt naar hem.

Het verhaal speelt zich af in 2 settingen. Het hier en nu en de tijd die hij meemaakte in het kamp Tjideng. Het perspectief van de hoofdpersoon is immoreel. Hij denkt dat vrouwen bestraft moeten worden en vooral moeders. Hij denkt dit door z’n tijd in het kamp en het ‘leed’ wat z’n moeder hem heeft aangedaan.

Het thema van het boek bestaat uit 2 delen: de vraag van de hoofdpersoon naar zijn identiteit en zijn schuldgevoel. Hij vindt dat hij te weinig van zijn moeder heeft gehouden. Hij verwijt zichzelf zijn minachting, liefdeloosheid en gevoelloosheid voor vrouwen in het algemeen en zijn moeder in het bijzonder. Het boek heeft 2 motto’s. Het eerste motto gaat over de moeder; hoe gruwelijk het was voor zijn moeder en hoe hij er geen problemen mee had. Het tweede motto verwijst naar zijn behoefte gezien en gekend te worden.

Een minder goede kant van het boek was dat de hoofdpersoon zich zo immoreel gedroeg. Hij wilde vrouwen behandelen zoals ze in het kamp, waar hij zat, werden behandeld. Hij dacht ook aan vreemdgaan met Liza terwijl hij een vrouw had. Ook wilde hij een nieuwe vrouw, nadat zijn vrouw een kind had gebaard. Die vrouw was daardoor ‘kapot’. De structuur van het boek is ook losjes. In het verhaal springt de schrijver telkens van het hier en nu naar de tijd van het kamp. Dit zorgt ervoor dat het lijkt op een kris kras van verhalen.

Persoonlijke conclusie
Het verloop van de discussie verliep goed. Wat beter kan is de communicatie. Via sociale middelen gaat het minder goed dan in het echt. Wat ik persoonlijk heb geleerd van deze opdracht, is dat je met meer openheid moet kijken naar het boek. Meer naar de bedoeling van de schrijver en zijn
personages. Ons boek had leesniveau 4 en hier kon ik goed mee omgaan. De volgende keer wil ik insteken op hetzelfde niveau of niveau 5.
Groep: Jip Steehouwer, Daniël Griffioen en Dennis van Wijgerden