De vlucht van de regenwulpen
Ze zoeken de rust na
een lange tocht
Een lange tocht uit
het koude noorden
Vluchten voor de
komst van de winter
Op zoek naar de
warmte van het zuiden
Rust, eindeloze
kassen strekken zich uit
Geen plaats om hier
de rust te vinden
Kassen met rode
tomaten onder hun
Twee schimmige oude
zwarte gedaantes
Angstig om hier te
landen door hun vallen
Dan de rietvelden,
rust in het hoge riet
Eindelijk op kracht
komen voor de vlucht
De vlucht naar het
verre warme zuiden
Maar geschrokken van
de oude vogelaar
Vliegen ze op en
verder met hun vlucht
Uitgeput bereiken ze
het warme zuiden
Dit gedicht wordt gezien uit de ogen van de regenwulpen. De eerste alinea gaat over Maarten die het
getreiter probeert te ontkomen, wat de koude winter moet voorstellen. Hij is op
zoek naar het warme zuiden, waar we Martha mee bedoelen, onderweg komen ze ook
nog kassen met tomaten tegen.
In de tweede
alinea hebben de regenwulpen hun rust gevonden, wat overeenkomt met dat Maarten
ouder wordt. Ze zien dat de twee
ouderlingen het huis uit worden geslagen. Maar even later worden ze weer
gestoord door een vogelaar, wat Maarten moet voorstellen, waardoor de
regenwulpen weer verder vliegen naar het zuiden. Het uitgeput aankomen in het
zuiden komt overeen met het zien van Martha’s gezicht als hij koorts heeft.
Door: Dennis, Jip, Othman en Willem
Klas: 4A
Geen opmerkingen:
Een reactie posten