woensdag 6 november 2013

Verwerkingsopdracht Literatuur



Er zijn twee manieren om personages te benaderen: dit kan psychologisch, of maatschappelijk/ethisch. Als je als lezer een personage psychologisch benadert, ga je nadenken waarom dat personage dat doet: of het logisch is wat hij/zij doet, of juist niet. Bij een maatschappelijke/ethische benadering gebruik je de normen en waarden die voor jou gelden om een personage te beoordelen.

Ik vind het beter om een personage psychologisch te benaderen, omdat je bij deze benadering gaat nadenken over wat de personage doet logisch is of juist niet. Daarom moet je je goed inleven in een personage, omdat daar de omstandigheden een grotere rol spelen. Ook krijg je door een psychologische benadering een beter inzicht in het verhaal. Je probeert namelijk het gedrag van het personage te verklaren. Bij een maatschappelijke benadering kan je je veel minder goed inleven in de personages en het verhaal, omdat je oordeelt op basis van jouw eigen normen en waarden,  die heel anders kunnen zijn dan in het verhaal wat je leest. In ‘De vondst’ kan je bijvoorbeeld de fietser psychologisch benaderen : Je afvragen waarom hij een man helpt die waarschijnlijk een moord heeft gepleegd, misschien is hij bang voor de man en gaat hij daarom weg of zal er meer achter zitten? Als je de fietser maatschappelijk/ethisch benadert, dan zal je zijn gedrag waarschijnlijk afkeuren en er verder niet bij nadenken, wat het boek minder spannender maakt. 

Daarom vind ik het beter om personages psychologisch te benaderen, omdat je meer inzicht krijgt in het boek, het verhaal spannender wordt en je het boek beter gaat begrijpen.

zondag 27 oktober 2013

Verwerkingsopdracht: Erik of het klein insectenboek



Verwerkingsopdracht van Erik of het klein insectenboek
Collage van Marilee en Dennis

Wij hebben er voor gekozen om voor de verwerkingsopdracht een collage te maken. De collage bestaat uit plaatjes van insecten. De zwart-witte plaatjes zijn zo opgeplakt dat ze 1 mier en een halve mier vormen. Wij hebben 2 mieren gekozen, omdat deze insecten wel, volgens ons, de meest bekendste zijn en ze worden genoemd in het boek. De insecten die op de plaatjes staan komen ook voor in het boek.

dinsdag 17 september 2013

Leesniveau Opdracht, Dennis van Wijgerden, 4C



Vraag 1
Bekijk de volgende uitspraken. Geef per uitspraak aan wat het meest op jou van toepassing is. Zet een kruisje in het juiste vakje.
uitspraak
1 = past helemaal niet bij mij
2 = past niet bij mij
3 = past bij mij
4 = past helemaal bij mij.
Lezen vind ik niet leuk en ik lees niet veel. Het lezen van boeken voor volwassenen vind ik helemaal niet prettig. Als ik al iets lees dan lees ik het liefste boeken met veel drama en actie erin.

X


Lezen vind ik niet heel erg leuk, maar ook niet heel vreselijk. Ik lees niet graag dikke boeken. Ik heb wel boeken gelezen, maar die zijn niet voor volwassenen geschreven. Ik houd erg van boeken die gaan over voor mij herkenbare situaties.

X


Ik heb boeken gelezen voor volwassenen en ik begreep ze ook. Uit mezelf zou ik niet zo snel kiezen voor een dik boek. Ik vind het prettig als boeken gaan over maatschappelijke of psychologische vraagstukken zodat ik er lekker over kan discussiëren.
X



Ik vind het niet zo belangrijk hoe dik een boek is. Het is voor mij niet zo belangrijk of de gebeurtenissen in een boek ook al in mijn leven gebeuren of kunnen gebeuren. Ik vind het juist interessant om me dan te verdiepen in die gebeurtenissen. Ik heb boeken gelezen van (bekende) auteurs (voor volwassenen.)


X

Ik heb al behoorlijk veel boeken gelezen van (bekende) auteurs (voor volwassenen.) Wat ik leuk vind aan lezen is het uitzoeken van de achtergronden bij de teksten. Mij maakt het helemaal niet uit hoe dik een boek is. Ik heb ook al oude teksten gelezen en ik vond dat niet zo moeilijk.
X






Ik heb echt veel gelezen van Nederlandse auteurs en van de wereldliteratuur. Het lezen van boeken is voor mij belangrijk omdat het me helpt de werkelijkheid vorm te geven. Ik kan gemakkelijk verbanden leggen binnen de tekst maar ook buiten de tekst. Lezen is iets dat ik (bijna) dagelijks doe en ik praat (en lees) graag over boeken met mensen die er veel verstand van hebben.
X




Vraag 2.
Welke boeken las je het laatst voor de lijst? Noteer je antwoorden in de juiste  volgorde.

Titel
auteur
Uitgelezen in: (maand – jaar)
Boek 1 (meest recent)
De guillotine
Simone van der Vlugt
Onbekend 2012
Boek 2 (iets minder recent)

Pijnstillers

Carry Slee
Onbekend 2012
Boek 3 (langst geleden)
Alex Rider / Crocodile tears
Anthony Horowitz
augustus 2012

Vraag 3.
Bepaal de schrijfstijl in je laatst gelezen boeken. Omcirkel ja of nee in elke cel.

Gewone taal, gemakkelijk te begrijpen
Niet zo gemakkelijk te begrijpen stijl
Literaire stijl.
Moeilijke literaire stijl
Boek 1 (meest recent)
Ja


Nee
Ja


Nee
Boek 2 (iets minder recent)
Ja


Nee
Ja


Nee
Boek 3 (langst geleden)
Ja


Nee
Ja


Nee





Vraag 4.
Je laatst gelezen boeken en de inhoud. Over de personages en de inhoud van de boeken die ik het laatst voor mijn lijst gelezen heb, kan ik zeggen dat:

Ze helemaal passen bij mijn leven
Ze niet helemaal passen bij mijn leven maar dat ze wel te maken hebben met dingen die me bezig houden
Ze niet zo goed passen bij mijn leven en gaan ook niet echt over dingen die me bezig houden.
Ze erg ver af staan van mijn leven.
Boek 1 (meest recent)

Nee

Nee

Nee
Ja

Boek 2 (iets minder recent)

Nee

Nee
Ja

Ja

Boek 3 (langst geleden)

Nee

Nee
Ja

Ja


Vraag 5.
Je laatst gelezen boeken en de verhaallijn. Als ik de boeken die ik het laatst voor mijn lijst heb gelezen omschrijf,  dan kan ik zeggen dat:


De verhaallijn niet wordt onderbroken en dat er veel dingen achter elkaar gebeuren. Als de verhaallijn wel wordt onderbroken dan vind ik dat nogal vervelend.
De verhaallijn wel wordt onderbroken maar ik hem gemakkelijk terug kan brengen.
De verhaallijn wordt onderbroken en moeilijker is terug te brengen naar het oorspronkelijke verhaal, ik dat juist prettig vind.
Het verhaal op verschillende manier valt uit te leggen; daardoor is het voor mij lastig om de rode draad van het verhaal weer terug te halen.
Er zoveel betekenislagen in het verhaal zitten dat het terugbrengen van een rode draad erg moeilijk is.
Boek 1 (meest recent)

Nee

Nee

Nee

Nee

Nee
Boek 2 (minder recent)

Nee

Nee

Nee

Nee

Nee
Boek 3 (langst geleden)

Nee

Nee

Nee

Nee

Nee

Vraag 6 .
Je laatst gelezen boeken en de verwerkingsopdrachten

Boek 1
Boek 2
Boek 3
A. Kan ik een verhaalfragment samenvatten
Ja

Ja

Ja


B. Kan ik iets vertellen over de hoofdpersonen en wat er met hen gebeurt
Ja

Ja

Ja


C. Kan ik wat er met de hoofdpersonen gebeurt verbinden met het thema van het boek
Ja

Ja

Ja


D. Kan ik verschillende 'verhalen' binnen het verhaal ontwarren
Ja

Ja

Ja


E. Kan ik iets vertellen over de verhaaltechniek die de schrijver heeft gebruikt en hoe die techniek het verhaal beïnvloedt
Ja


Nee
Ja


F. Kan ik vertellen of het boek een rol speelt in de werkelijkheid en ook waarom dat zo is
Ja

Ja


Nee


Slotopdracht.
Leg de door jou gegeven antwoorden naast de niveau-omschrijvingen die vermeld staan in het overzicht ‘lezen voor de lijst’. Bepaal vervolgens je lezersniveau en kies een literair werk dat bij dit niveau hoort. Lees enkele hoofdstukken en bepaal vervolgens of je daadwerkelijk op het juiste niveau bent ingestapt. Wanneer blijkt dat het boek te moeilijk voor je is (je komt niet ‘in’ het verhaal), kies dan een boek uit de lijst één niveau lager. Vind je het boek te gemakkelijk (flauw verhaal, te kinderachtig, te voorspelbaar), kies dan een niveau uit de lijst één niveau hoger.

Niveau 2/3
Ik ben nu bezig in het boek van niveau 3, Erik of het klein insectenboek. Ik kan makkelijk meegaan in de verhaallijn en de schrijfstijl stoort me niet bij het lezen. Ik heb niet zoveel gelezen dat ik hierop goed antwoord kan geven, daarom heb ik tussen 2 niveaus gekozen wat mijn leesniveau is